Hoe Amsterdam het EK voetbal binnenhaalde (AT5)

De Johan Cruijff Arena is vanavond voor het eerst in 21 jaar gastheer van een EK-wedstrijd. Hoe lukte het Amsterdam om één van de elf speelsteden te worden van dit bijzondere EK? Eigenlijk begon de geschiedenis van de kandidatuur voor Amsterdam als EK-speelstad op 15 mei 2013. Op die dag werd in de Johan Cruijff Arena de finale van de Europa League gespeeld tussen Chelsea en Benfica (2-1). Die zomer nog stuurde toenmalig sportwethouder van Amsterdam Eric van den Burg een brief naar voetbalbond KNVB, waarin hij de gespeelde finale ‘een groot voetbalfeest’ noemde. In de brief maakte hij kenbaar dat Amsterdam graag één van de speelsteden van het EK 2020, dat vanwege de zestigste verjaardag van het voetbaltoernooi in meerdere landen wordt georganiseerd, wilde worden. “De Europa League was een mooie voorzet. Het EK voetbal past bij een voetballand zoals Nederland en waar kan dit mooier dan in de Amsterdamse Arena?”, schreef hij toen. Rotterdam Bij de KNVB dachten ze er hetzelfde over, al meldde Rotterdam zich in eerste instantie ook. Die stad kon het EK echter al snel vergeten toen bleek dat De Kuip niet snel vernieuwd zou worden. En dus stelde Amsterdam zich in april 2014 officieel beschikbaar als de Nederlandse kandidaat-stad voor het EK voetbal 2020. In totaal meldden zich 19 kandidaatsteden. Op 19 september 2014 konden de champagneflessen worden ontkurkt in Amsterdam: de UEFA selecteerde de stad als één van de dertien. Inmiddels zijn dat er trouwens elf, want Brussel en Dublin hebben zich teruggetrokken. De kandidatuur van Amsterdam bleef onveranderd toen het EK vanwege corona met een jaar werd uitgesteld. Amsterdam stelde zich overigens ook kandidaat voor het organiseren van de openingswedstrijd, maar die eer ging naar Rome. De stad moet daarom genoegen nemen met drie groepswedstrijden en een achtste finalewedstrijd. Inkomsten Het mede organiseren van het EK levert de stad een leuk zakcent ...